Herziening van de kerkorde. Besluit over art. 46-50

Art. 339. De synode besluit de artikelen 46-50 (met uitzondering van artikel 47) als volgt vast te stellen:

 

III. De meerdere vergaderingen

a. Algemene bepalingen

Artikel 46

1. Elke meerdere vergadering bestaat uit ambtsdragers, die afgevaardigd zijn door de in haar bijeenkomende mindere vergaderingen.
2. De mindere vergaderingen dragen zorg, dat haar afgevaardigden in het bezit zijn van deugdelijke en behoorlijk getekende credentiebrieven, op vertoon waarvan zij stemrecht hebben, met dien verstande evenwel dat dit recht hun niet toekomt in die zaken, welke hen persoonlijk of de vergaderingen, door welke zij afgevaardigd zijn, in het bijzonder aangaan.

Artikel 48

1. Elke meerdere vergadering wordt bijeengeroepen door de kerkeraad van die kerk welke daartoe op de laatstgehouden bijeenkomst van die meerdere vergadering aangewezen is.
2. Op de kerkeraad van deze roepende kerk rust, zo nodig met advies van de classis, indien de particuliere, en zo nodig met advies van de particuliere synode, indien de generale synode moet worden bijeengeroepen, de zorg voor de voorbereiding van de desbetreffende bijeenkomst.

Artikel 49

1. Van de zaken, die de verschillende vergaderingen in behandeling genomen wensen te zien, wordt door haar, voorzover althans de aard ervan dit toelaat, tijdig mededeling gedaan aan de roepende kerk.
2. De roepende kerk stelt uit de in lid 1 bedoelde gegevens, uit opgaven van deputaten en uit andere bij haar ingekomen stukken een voorlopig agendum samen.
3. Het definitief agendum wordt vastgesteld door de meerdere vergadering zelf, mede aan de hand van instructies, vragen en mededelingen, die aan de afgevaardigden naar die vergadering zijn medegegeven.

Artikel 50

1. De meerdere vergaderingen zullen, naast de praeses en de scriba, nog één of meer leden aanwijzen om met hen het moderamen te vormen.
2. De leden van het moderamen van de particuliere en generale synode zullen door vrije verkiezing worden aangewezen.
3. De leden van het moderamen van de classis zullen naar de huishoudelijke regeling worden aangewezen, met dien verstande, dat beurtelings alle dienaren des Woords als praeses zullen optreden.