Art. 338. De praeses geeft nu in behandeling de artikelen 46-50 van de voorlopig vastgestelde kerkorde (zie bijlage LXXVIII a, b en c).
Artikel 46 wordt door de synode aanvaard in de nieuwe door de deputaten voorgestelde lezing, waarmee ook de commissie zich accoord heeft verklaard.
De behandeling van artikel 47 wordt uitgesteld, totdat de diakenen aanwezig zullen zijn (zie art. 425).
Over artikel 48 is overeenstemming tussen de deputaten en de commissie. De synode neemt de voorgestelde wijzigingen aan en besluit tevens in verband met een opmerking van ds J.C. Hagen, waarvan de commissie een voorstel heeft gemaakt, vóór „met advies” de woorden „zo nodig” nog in te voegen.
Afgezien van een kleine verandering wordt artikel 49 op voorstel van de deputaten en de commissie onveranderd vastgesteld.
In verband met de door de commissie voorgestelde drie-deling van artikel 50, ontstaat enige discussie over het 2e lid van dit artikel. De deputaten blijken tegen dit 2e lid bezwaar te hebben en wel voornamelijk tegen de woorden: „met dien verstande, dat niet dezelfde persoon in twee opeenvolgende vergaderingen als praeses zal optreden”. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, is de commissie bereid tot invoeging van de woorden „zo mogelijk”. De synode echter besluit de zoeven genoemde woorden uit lid 2 te laten vervallen. Overigens wordt lid 2, evenals de leden 1 en 3 goedgekeurd.