Hoofdstuk 3
Inzake de doopleden uit andere kerkformaties wordt uitgesproken:
1. dat in het algemeen opneming van volwassen doopleden alleen in
de weg van openbare belijdenis des geloofs mogelijk is;
2. dat dit zeker niet uitsluit dat de kerkeraad hen die daartoe
nog niet terstond kunnen komen, tot het catechetisch onderwijs
toelaat en hun ook overigens bijstand en leiding geeft;
3. dat in sommige gevallen onmiddellijk opneming ook zonder
belijdenis des geloofs geoorloofd kan zijn, indien daarbij de
verplichting om tot belijdenis des geloofs en de viering van het
heilig avondmaal te komen ten volle wordt erkend.
Sneek 1939, art. 357
Zie Bijlage XII