Hoofdstuk 3
1. De synode besluit er bij de kerken op aan te dringen de groei naar eenheid met andere reformatorische kerken ter plaatse te bevorderen en in goede orde te doen verlopen onder begeleiding van een door de classis daartoe benoemd deputaatschap en in overeenstemming met de hierna volgende richtlijnen;
2. als algemene richtlijnen te stellen dat tot het houden van
gemeenschappelijke kerkdiensten, waarin ook de sacramenten
bediend mogen worden, op zulk een wijze dient te worden
overgegaan,
a. dat de gemeente als gemeente in de gemeenschap en samenwerking
met de andere kerk betrokken is en blijft en de innerlijke
eenheid van de eigen gemeente niet door het samengaan met de
andere kerk verbroken zal worden;
b. dat er, mede naar het oordeel van de classis, met de andere
kerk de nodige overeenstemming bestaat ten aanzien van het geloof
in Jezus Christus onze Heer, gelijk Hij in gehoorzaamheid aan de
Heilige Schrift en in gemeenschap met de Kerk van alle eeuwen in
onze belijdenisgeschriften wordt beleden;
c. dat er de nodige overeenstemming bestaat met betrekking tot
het uitoefenen van het opzicht en de tucht in de gemeente van
Christus, zoals dat in Schrift en belijdenis, met name rondom het
gebruik van de sacramenten, wordt gevraagd;
3. kerkeraden en classes te verzoeken toe te zien dat de innerlijke eenheid van de gemeente niet bedreigd wordt door nalatigheid om als gemeenten de hier bedoelde samenwerking en gemeenschap met andere kerken te zoeken;
4. aan de kerken waar een samenwerking als hier bedoeld op gang is gekomen, de vrijheid te geven dat de dienaren des Woords van de betrokken kerken voorgaan in elkanders kerkdiensten, terwijl deze kerken, met wederzijds goedvinden, ook andere predikanten uit de betrokken kerkverbanden kunnen laten voorgaan;
5. aan de kerken die er toe wensen over te gaan in gemeenschappelijke verantwoordelijkheid met andere reformatorische kerken het avondmaal te bedienen in ziekenhuizen, huizen voor bejaarden, etc., toestemming daartoe te verlenen met dien verstande dat er overeenstemming over de uitnodiging tot het avondmaal bereikt moet zijn.
Sneek 1969, art. 267