Een classicaal regionaal overlegorgaan in een door de kleine
synode aangewezen regio kan, na met het bestuur van de
dienstenorganisatie over de omvang van de aanstelling en de keuze
van betrokkene overeenstemming te hebben verkregen, met ingang
van 1 januari 2013 aan de kleine synode verzoeken, een predikant
van de kerk dan wel een ambtsdrager uit de betrokken regio voor
een bepaalde periode te benoemen ten behoeve van (de
ondersteuning van) het werk van de classicale vergaderingen.
De bedoelde periode eindigt uiterlijk op 1 mei 2019.
Deze ambtsdrager treedt op als adviseur van de classicale
vergaderingen en haar brede moderamina, in het bijzonder met het
oog op de uitvoering van taken ter zake van vormen van
gemeente-zijn als bedoeld in hoofdstuk III van ord. 2. Indien de
desbetreffende ambtsdrager als predikant beroepbaar is, wordt
deze door de generale synode beroepen tot predikant in algemene
dienst.1
1 Wijziging overgangsbep aling 199, besluit
generale synode d.d. 24 april 2014, ingegaan 1 mei 2014.
Tekst 2004:
Een algemene classicale vergadering kan, nadat de classicale
vergaderingen zijn gehoord en na over de omvang van de
aanstelling en de keuze van betrokkene overeenstemming te hebben
verkregen met het bestuur van de dienstenorganisatie, een
predikant van de kerk dan wel een ambtsdrager uit het ressort van
de algemene classicale vergadering voor een periode tot uiterlijk
1 mei 2009 benoemen ten behoeve van (de ondersteuning van) het
werk van de classicale vergaderingen, voorzover mogelijk uit de
huidige scribae van de provinciale kerkvergaderingen. Deze
ambtsdrager treedt op als adviseur van de classicale
vergaderingen en haar brede moderamina, in het bijzonder met het
oog op de uitvoering van taken ter zake van vormen van
gemeente-zijn als bedoeld in hoofdstuk III van ord. 2.
Indien de desbetreffende ambtsdrager als predikant beroepbaar is,
wordt deze door de algemene classicale vergadering beroepen tot
predikant in algemene dienst.