De centrale kerkenraad als bedoeld in ord. 2-14 en 15 HKO resp. de algemene kerkenraad als bedoeld in art. 39 GKO blijft bevoegd in de zaken die hem krachtens de hervormde resp. de gereformeerde kerkorde waren toevertrouwd, totdat de plaatselijke regeling is aangepast overeenkomstig het in ord. 4-9-4 bepaalde, uiterlijk op 1 januari 2005.