Indien de samenstelling van een kerkenraad, anders dan door vacatures, niet voldoet aan de bepaling van ord. 4-6-3, en indien de kerkenraad besluit tot toepassing van het bepaalde in ord. 4-6-4, draagt de kerkenraad zorg voor vaststelling van de daartoe gewijzigde plaatselijke regeling vóór 1 mei 2005. In afwachting daarvan blijft de in overgangsbepaling 176 en 177 bedoelde aanpassing van de samenstelling van de kerkenraad achterwege.