Algemene overgangsbepalingen

 

De commissies van bijzondere zorg

Wanneer ondanks de in overgangsbepaling 31 genoemde bemiddeling ter plaatse een aanzienlijk deel van de gemeenteleden en van de ambtsdragers van een gereformeerde kerk van overtuiging is dat zij niet langer deel kunnen uitmaken van de Protestantse Kerk in Nederland resp. dat zij het ambt niet kunnen (blijven) vervullen binnen de Protestantse Kerk in Nederland, is, in afwijking van de kerkorde, de kerkenraad tot 1 mei 2009 bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in art. 43 GKO te besluiten over de plaats van de gereformeerde kerk in de verenigde kerk.
Tegen een besluit van de kerkenraad om de gereformeerde kerk los te maken van de kerk kan bezwaar worden gemaakt door leden van de gemeente bij het regionale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen, dat het bezwaar behandelt met toepassing van het bepaalde in overgangsbepaling 263.
Indien met inachtneming van ord. 12-8 in beroep wordt gegaan bij het generale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen behandelt het generale college het beroep eveneens met toepassing van het bepaalde in overgangsbepaling 263.
Het besluit tot losmaking van de gereformeerde kerk treedt niet eerder in werking dan na afloop van de bezwaarprocedure.