Algemene overgangsbepalingen

 

Algemeen

De op 30 april 2004 bestaande plaatselijke kerkelijke lichamen, zoals de kerkenraden, consistories, colleges van kerkvoogden, colleges van kerkrentmeesters, colleges van beheer, colleges van diakenen, alsmede de organen van bijstand en commissies die door deze kerkelijke lichamen zijn ingesteld, zetten per 1 mei 2004 hun arbeid voort, behoudens wijzigingen in hun benaming, samenstelling, bezetting, werkzaamheden, taakstelling of bevoegdheden die uit de bepalingen van de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland voortvloeien, tenzij zij worden opgeheven of vervangen door een ander kerkelijk lichaam.