De commissies van bijzondere zorg
De gezamenlijke vergadering van synoden (oude samenstelling)
benoemt voor 1 februari 2004 een commissie van bijzondere zorg
met betrekking tot de hervormde gemeenten, resp. de gereformeerde
kerken, resp. de evangelisch-lutherse gemeenten. Elke commissie
bestaat uit negen leden met voor ieder van hen een secundus. De
gezamenlijke vergadering van synoden wijst de voorzitter van de
commissie van bijzondere zorg aan. Aan elke commissie worden twee
adviseurs toegevoegd die afkomstig zijn uit de beide andere
kerken, alsmede een — geen stemrecht hebbende — secretaris die de
hoedanigheid van meester in de rechten dient te bezitten. De
commissies worden ingesteld voor de periode van 1 februari 2004
tot 1 mei 2009[, met dien verstande, dat zij onverminderd hun
bevoegdheden en taken behouden om met inachtneming van de
overgangsbepalingen 29 tot en met 34 de zaken waarvan zij de
behandeling vóór 1 mei 2009 hebben aangevangen, na 1 mei 2009
voort te zetten en af te ronden].
De leden van de commissie van bijzondere zorg met betrekking tot
de hervormde gemeenten worden gekozen op voordracht van de
generale synode van de NHK uit de belijdende leden van de
NHK.
De leden van de commissie van bijzondere zorg met betrekking tot
de gereformeerde kerken worden gekozen op voordracht van de
generale synode van de GKN uit de belijdende leden van de
GKN.
De leden van de commissie van bijzondere zorg met betrekking tot
de evangelisch-lutherse gemeenten worden gekozen op voordracht
van de synode van de ELK uit de belijdende leden van de ELK.
[Ingeval van een vacature in de commissies wordt gehandeld
overeenkomstig het bepaalde in ordinantie 4-28-6.]1
1 Wijziging overgangsbepaling 28 (toevoeging []), besluit generale synode d.d. 24 april 2009, ingegaan 1 mei 2009.