Artikel 29.
De generale colleges
Tenzij in de orde van de kerk anders is aangegeven, worden de
leden van de generale colleges benoemd door de generale synode
uit de leden van de kerk. Zij worden benoemd voor een periode van
vier jaar en kunnen telkens terstond voor tenminste twee jaar en
ten hoogste vier jaar worden herbenoemd, met dien verstande dat
zij niet langer dan twaalf aaneengesloten jaren lid van het
college kunnen zijn.
De generale synode wijst de voorzitter van een generaal college
aan.
Elk generaal college brengt periodiek verslag van zijn
werkzaamheden uit aan de generale synode.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 4-29-2, besluit generale synode d.d. 23 september 2011, ingegaan 30 april 2012.