Ordinantie 4 De ambtelijke vergaderingen

 

V. De generale synode

Artikel 27.

Werkwijze

De generale synode heeft een moderamen dat gevormd wordt door de preses, de scriba, de assessor I, de assessor II en de assessor III.
Preses en assessor I worden gekozen voor een periode van vijf jaar uit het midden van de synode. Indien hun zittingstermijn als afgevaardigd synodelid afloopt, blijven zij, zolang zij ambtsdrager zijn, voor de rest van die periode in functie. Van de preses en de assessor I is er tenminste één predikant.
Assessor II en III worden gekozen voor twee jaar uit het midden van de synode en zijn herkiesbaar.
De scriba wordt voor vijf jaar benoemd uit de predikanten van de kerk en kan eenmaal worden herbenoemd.
Moderamenleden die niet tot de afgevaardigden behoren hebben in de vergaderingen van de synode en de kleine synode een adviserende stem.
Taken en bevoegdheden van de scriba worden nader geregeld in een door de generale synode vast te stellen instructie.
De generale synode legt in de door haar op te stellen regeling voor haar wijze van werken nader vast hoe gehandeld zal worden wanneer in het moderamen een tussentijdse vacature ontstaat of wanneer de continuïteit binnen het moderamen in gevaar komt.1


1 Wijziging kerkorde, ordinantie 4-27-2, besluit generale synode d.d. 23 september 2011 en 9 november 2012, ingegaan 1 januari 2013.