Ordinantie voor het pastoraat.

 

IV. De waarneming van het dienstwerk bij vacature.

Artikel 18.

De waarneming in gemeenten met één predikantsplaats.

Onder goedkeuring van het breed moderamen van de provinciale kerkvergadering, dat het breed moderamen van de classicale vergadereing en het breed-ministerie hoort, kan de kerkeraad ener gemeente met minder dan 750 zielen, welker predikantsplaats vacant is en redelijkerwijze voorlopig niet zal worden vervuld, in overleg met de kerkeraad ener andere gemeente, wat elk onderdeel van het dienstwerk betreft, besluiten de predikant of een der predikanten dier andere gemeente, met diens toestemming, voor een tijdvak van tenminste drie en ten hoogste vijf jaren te belasten met alle werkzaamheden van de pastor loci, in welk geval de vacature, voor wat betreft de waarneming van het dienstwerk, geacht wordt te zijn vervuld en ter zake van de aan de vacante standplaats verbonden inkomsten voor elk geval afzonderlijk door de raad voor de traktementen en pensioenen een regeling wordt getroffen.