[E3 meerdere vergaderingen
E3.1 De kerken komen regelmatig in meerdere vergaderingen bijeen, regionaal in classes en landelijk in de synode.
E3.2 De ambtsdragers die naar een meerdere vergadering worden afgevaardigd, hebben opdracht en bevoegdheid om in de zaken die wettig ter tafel komen te handelen en te besluiten in gebondenheid aan de Heilige Schrift, de belijdenis van de kerk en de kerkorde.
E3.3 De meerdere vergaderingen zijn bevoegd in de zaken:
a. die de kerkorde daarvoor aanwijst;
b. die in de mindere vergadering niet konden worden afgehandeld;
c. waarvan door de kerken binnen het ressort is afgesproken om ze gezamenlijk te behartigen.
E3.4 Na behandeling van hun agenda worden de meerdere vergaderingen gesloten en eindigt het mandaat van de afgevaardigden.
E3.5 De meerdere vergaderingen kunnen zich in hun arbeid laten bijstaan door deputaten, die de besluitvorming voorbereiden en die met uitvoerende taken worden belast.
E3.6 Elk deputaatschap ontvangt een instructie waarin zijn taken en bevoegdheden worden geregeld.]

E3 meerdere vergaderingen
E3.1 De kerken komen regelmatig in meerdere vergaderingen bijeen, regionaal in classes en landelijk in de synode.
E2.2 Deze vergaderingen behandelen alleen kerkelijke zaken en doen dat op kerkelijke wijze.
E2.3 De vergaderingen stellen een regeling vast voor de uitoefening van hun werkzaamheden en de vervulling van hun taken.

E3.2 De ambtsdragers die naar een meerdere vergadering worden afgevaardigd, hebben opdracht en bevoegdheid om in de zaken die wettig ter tafel komen te handelen en te besluiten in gebondenheid aan de Heilige Schrift, de belijdenis van de kerk en de kerkorde.
E3.3 vervallen
E3.4 Na behandeling van hun agenda worden de vergaderingen gesloten en eindigt het mandaat van de afgevaardigden.
E3.5 De vergaderingen kunnen zich in hun arbeid laten bijstaan door deputaten, die met uitvoerende taken worden belast en nieuwe besluitvorming voorbereiden.
E3.6  Elk deputaatschap ontvangt een instructie waarin zijn taken en bevoegdheden worden geregeld.

Toelichting E3

1. E2.2 heeft nu een plaats gekregen in E3. Daarbij is Werkorde 2 teruggekeerd naar de term ‘op kerkelijke wijze’ uit art. 30 KO1978. De aanduiding ‘op geestelijke wijze’ in Werkorde 1 wordt blijkens de commentaren niet door iedereen als een verbetering ervaren.

|126|

2. Sommige commentaren missen de bepaling van art. 29 KO1978, over de christelijke opening en sluiting van kerkelijke vergaderingen. Wij blijven van mening dat de zaak zelf uiteraard onmisbaar is, maar dat explicitering van opening en sluiting in de KO daarvoor niet het middel is. ‘Op kerkelijke wijze’ omvat meer: niet slechts een gebed aan begin en eind, maar een doorgaand besef van de noodzaak om te besluiten in gebondenheid aan Schrift, belijdenis en kerkorde, zie E3.2.

3. E3.3 is naar de mening van sommige commentaren te open geformuleerd. Met name lid c zou ruimte lijken te bieden voor een meerdere vergadering die te veel zijn eigen agenda aanvult. Om die indruk weg te nemen is de inhoud van E3.3 nader gespecificeerd voor classis en synode afzonderlijk. Zie daarvoor E4.6 en E7.4. Daardoor komt E3.3 in Werkorde 2 te vervallen.

4. In E3.5 is de volgorde van de taken van deputaten gewisseld. Deputaten krijgen eerst opdracht om de besluiten van de laatstgehouden vergadering uit te voeren; pas daarna komt de voorbereiding van een volgende vergadering.

5. Veel commentaar is er gekomen op het wegvallen van de particuliere synode. De argumenten voor afschaffing van de PS zijn genoemd in MvT1 bij E2. De zorgen over afschaffing van de PS komen deels voort uit de consequenties die men ziet voor de generale synode. Wij menen dat deze link niet terecht is: ook zonder particuliere synodes kan de generale synode blijven functioneren op de manier die momenteel gebruikelijk is. Zie daarvoor verder bij E7.
Omgekeerd is de wijziging die E7 t.a.v. de generale synode voorstelt, geen noodzakelijke consequentie van het wegvallen van de particuliere synode.
Eerder geldt dat het wegvallen van de PS nieuwe mogelijkheden kan bieden voor de (re)organisatie van de GS. Of die mogelijkheden daadwerkelijk benut moeten worden, moet beslist worden bij E7, niet bij E3.

6. Commentatoren wijzen op een aantal aspecten waardoor de huidige particuliere synodes nog hun waarde hebben. Wij zullen dat niet ontkennen. De vraag is echter of het verstandig is om de PS pas te laten vervallen op het moment dat dit instituut zijn betekenis nog verder heeft verloren. Wij menen dat het al eerder kan, namelijk wanneer de waardevolle elementen van de PS opgevangen worden door enerzijds de classes en anderzijds de GS.

7. Het stelsel van vier kerkelijke vergaderingen (kerkenraad, classis, particuliere synode en generale synode) is ontworpen in een tijd die aanmerkelijk minder mogelijkheden kende qua mobiliteit en communicatie, en voor een kerkgemeenschap die aanmerkelijk groter was dan de 125.000 leden van de GKv nu. We menen dat er voldoende argumenten zijn om te stellen dat drie kerkelijke vergaderingen in de huidige situatie toereikend zijn. Het geeft meer lucht aan de classes en het geeft meer ruimte om te profiteren van de gegroeide deskundigheid bij de landelijk coördinerende deputaatschappen.

8. Vragen zijn er ook rond het weglaten van de geloofsbrief (art. 32 KO1978). In E3.2 hebben we evenwel de essentie van de geloofsbrief in de kerkorde opgenomen. In de praktijk van de vergaderingen krijgt deze kern van de geloofsbrief nauwelijks aandacht. In de classes blijkt overigens het ‘vergeten’ van de geloofsbrief vrijwel nooit tot problemen te leiden: de afvaardiging is er niet minder helder door aanwezig.

9. Ook de andere bepaling uit art. 32 KO1978 over het ‘buiten stemming blijven’ in bepaalde situaties, wordt gemist. Wij menen dat dit in de huishoudelijke regelingen kan worden opgenomen, zoals ook nu meestal het geval is.

|127|

10. Redactioneel is tot slot in Werkorde 2 in E3 een aantal keren het adjectief ‘meerdere’ achterwege gelaten. Het is duidelijk dat het hele artikel over de meerdere vergaderingen gaat.


Rapport dHKO (2011)


RAPPORT BIJ
Kerkorde GKv (2014) E62