Het Kerkelijk Bestuur over meer Gemeenten te zamen.
Het Classikaal Bestuur.
Tot dat einde:
1º. corresponderen zij met de Kerkelijke Besturen en andere
collegiën, en, waar zij het noodig achten, met bijzondere
personen;
2º. doen zij, jaarlijks bij schriftelijke aanvragen, doch om de
drie jaren, en voorts zoo dikwijls zij dit bij eenige gemeente
noodig achten, persoonlijk, kerkvisitatie, volgens de daarop
bestaande verordeningen. Zij geven steeds kennis van het
resultaat hunner onderzoekingen aan de Provinciale
Kerkbesturen;
3º. onderzoeken zij voorloopig alle geschillen en aanklagten,
beoordeelen, aan wie de behandeling er van moet worden
opgedragen, en brengen, overeenkomstig die beoordeeling, de zaak
òf ten einde, òf ter plaatse waar zij behoort.