Artikel 17.
Ringverbanden
De in een ringverband samenwerkende gemeenten komen bijeen tot
onderlinge opbouw, onder meer door zich gezamenlijk te
bezinnen op in deze gemeenten levende vragen met betrekking tot
het leven en werken van de kerk en de gemeenten.
Wanneer een ringverband zijn overwegingen ten aanzien van vragen
van belijdenis en kerkorde die door de generale synode aan de
classicale vergadering ter consideratie zijn voorgelegd, kenbaar
wenst te maken, brengt het deze overwegingen ter bespreking in in
de classicale vergadering.
Tevens heeft het ringverband tot taak de regeling van de
waarneming van het werk van de predikant in die tot het
ringverband behorende gemeenten of wijkgemeenten waaraan geen
predikant verbonden is, met inbegrip van het aanwijzen van een
consulent voor elk van die gemeenten.
Het ringverband brengt jaarlijks verslag uit aan de classicale
vergadering van zijn werkzaamheden. In dit verslag is opgenomen
een verantwoording van de inkomsten en uitgaven van het
ringverband.