De zorg voor de belangen, zoo van het Christendom in het algemeen, als van de Hervormde kerk in het bijzonder, de handhaving harer leer, de vermeerdering van Godsdienstige kennis, de bevordering van Christelijke zeden, de bewaring van orde en eendragt, en de aankweeking van liefde voor Koning en Vaderland, moeten steeds het hoofddoel zijn van allen, die in onderscheidene betrekkingen met het Kerkelijk bestuur belast zijn.