Tot het Hervormd Kerkgenootschap behooren allen, die, op belijdenis des geloofs, tot ledematen zijn aangenomen, dezulken, die in de Hervormde kerken gedoopt zijn, en die gene, welke in andere landen, als tot het Hervormd Kerkgenootschap behoorende, erkend, zich hier te lande ter neder zetten, mits door behoorlijke bewijzen of attestatiën van hunnen doop of lidmaatschap buiten ’s lands hebbende doen blijken.