Het ambt van de dienaren is in de gebeden en bediening des Woords aan te houden, de sacramenten uit te reiken, op hun medebroeders, ouderlingen en diakenen, mitsgaders de gemeente goede acht te nemen, en ten laatste met de ouderlingen de kerkelijke discipline uit te oefenen, en te bezorgen dat alles eerlijk en met orde geschiedt.