|17|
|18|
|19|
Doelgroep
Dit boek is bedoeld voor
Doel van het boek
De pastor/pastoraal werker zal in de uitoefening van zijn
pastorale taak nogal eens te maken krijgen met juridische
aspecten. Zo ook de godsdienstleraar die niet alleen diverse
juridisch geladen thema’s moet bespreken, maar eveneens met
problematieken van leerlingen te maken kan krijgen. Allen zullen
voor de juridische aspecten oog moeten hebben dan wel krijgen.
Kennis en inzicht op dit terrein zal kunnen leiden tot
− begrip; hierdoor zal de vertrouwensrelatie mede gevormd kunnen
worden;
− doorverwijzen naar de juiste instantie;
− weten wie te raadplegen in acute noodsituaties;
− het stellen van de juiste vragen aan pastorant en leerling;
− het bespreken en/of bespreekbaar maken van een aantal thema’s
tot vorming van de gemeente;
− het mede ontwikkelen van beleid op diverse deelterreinen.
|20|
Opleidingstermen
De kwaliteiten van afgestudeerden Godsdienst Pastoraal Werk
(GPW), van godsdienstleraren (GL) en van afgestudeerde pastores
zijn in zogenaamde kerncompetenties weer te geven. Het begrip
‛competentie’ duidt op het beschikken over een complex van
kennis, vaardigheden, motivatie en persoonlijkheidseigenschappen,
die de afgestudeerde in staat stelt om adequaat te functioneren
op bepaalde terreinen.
Eén van deze kerncompetenties kan luiden: ‛pastorale habitus en
bekwaamheid om mensen te helpen in geloofs- en levensvragen,
gebaseerd op inhoudelijke deskundigheid en pastorale
sensitiviteit’.
Kerncompetenties zijn te concretiseren in eindtermen. Voor het
programma ‛recht’ aan HBO-instelling en universiteit kan de
eindterm voor pastoraal werkers en pastores op grond van de
eerder genoemde kerncompetentie luiden: ‛de beginnend
beroepsbeoefenaar is een werker die op diverse vragen en
problemen van pastoranten waarin een juridische component
aanwezig is op een adequate wijze weet te reageren’.1
Afgestudeerde pastores, (godsdienst)leraren en pastoraal werkers
Deze juridische gids kan niet alleen als studiemateriaal gebruikt
worden om kennis, inzicht en vaardigheden te ontwikkelen, hij kan
ook dienen als informatiegids. Met name wetenswaardigheden,
adressen en internetverwijzingen maken het boek geschikt voor
praktisch gebruik. Zij die met één bepaald thema te maken hebben,
kunnen aan de slag met de specifiek daarvoor geschreven
informatie. Zo zal het thema over kindermishandeling bijvoorbeeld
godsdienstleraren kunnen ondersteunen bij signalering en verder
te ondernemen stappen.
Het juridische gedeelte van ieder hoofdstuk biedt het kader
waarbinnen de grenzen van het handelen van de pastor liggen.
1 Het beschrevene is gerelateerd aan de opleiding Godsdienst Pastoraal Werk en Godsdienstleraar 2e graad aan de Christelijke Hogeschool Ede. Tegelijkertijd kan dit als uitgangspunt dienen voor soortgelijke opleidingen in den lande en eveneens voor universitaire opleidingen die tot pastor opleiden.
|21|
Juridische taal
Dit boek is door een jurist geschreven. De juridische
rechtsregels vormen steeds het kader voor de besproken thematiek.
Om verantwoord te kunnen handelen, zal men zo dicht mogelijk bij
de rechtsbron moeten aansluiten. Hiermee wordt voorkomen dat het
bij een aantal algemene opmerkingen blijft. De gebruiker zou dan
in de praktijk vaak net niet voldoende informatie hebben. Als een
pastor bijvoorbeeld zitting neemt in een ethische commissie, is
het van belang dat hij weet binnen welke juridische kaders naar
het samenstellen van een bepaald protocol gezocht kan worden.
De lezer die de tekst te juridisch vindt, kan gebruik maken van
de brochures waarnaar verwezen wordt onder het kopje
‘wetenswaardigheden’ aan het eind van elk hoofdstuk. Deze
brochures zijn in begrijpelijke taal geschreven en zijn geschikt
voor het snel in beeld krijgen van de hoofdlijnen van een
bepaalde thematiek. Ook geven de internetsites vaak algemeen
toegankelijke informatie.
Visie auteur
De keuze om een juridische gids voor het pastoraat te maken,
heeft te maken met grote affiniteit met het pastoraal werk. Als
ergens de zorg voor de medemens gestalte kan krijgen, is het daar
wel. Zorg in de diepste betekenis van het woord. Mijn wens is dat
dit boek daaraan mag bijdragen.
In de beschrijving van het huidige recht zijn veel rechtsrelaties
te beschrijven die haaks op de Schrift staan. Desalniettemin
betreft het het huidige recht. Juist die onderdelen die vanuit de
identiteit om aandacht vragen, zullen genoemd worden. Er zal dan
bijvoorbeeld ingegaan worden op de verhouding tussen kerk en
staat. In de doorverwijzing naar bepaalde instanties zullen ook
de identitair gebonden instanties met name genoemd worden. De
waardering van bepaalde ontwikkelingen zal ook vooral vanuit de
rechtspositie van de zwakkere benaderd worden. De vraag zal met
name zijn of deze rechtspositie daardoor wordt verbeterd.
Bovendien zal in ieder geval steeds gekeken worden welke plaats
de christelijke levensovertuiging binnen een bepaalde context kan
hebben. Dit zal bijvoorbeeld tot uitdrukking komen in het
attenderen van de gevangene op het feit dat hij recht heeft op
geestelijke bijstand bij geloofsvragen.
|22|
Leeswijzer
Deel 1 is een vrij theoretisch deel. Het is niet noodzakelijk dit
deel te lezen voordat men de andere delen kan raadplegen. In deel
1 komen basisbegrippen, basisprincipes en basisafspraken over het
recht aan de orde. Het betreft een soort dogmatiek van het recht
en kan gebruikt worden als een naslagwerkje wanneer de betekenis
van een bepaalde organisatie, of bepaalde juridische opmerking of
aanduiding niet herkend wordt. Bijvoorbeeld: in bepaalde delen
wordt als een vanzelfsprekendheid over het Openbaar Ministerie
(OM) geschreven. De basisinformatie over het OM is te lezen in
deel 1. Hierin wordt onder andere een beschrijving van het soort
organisatie gegeven; de inkadering in de wet; de betekenis ten
opzichte van andere organisaties; een beschrijving van de globale
taken en functies.
Deel 1 kan, wanneer het boek als opleidingsmateriaal gebruikt
wordt, dienen om zicht te krijgen op ‘de basisstructuur van het
vak recht’ én om bepaalde vaardigheden te leren. Studenten worden
opgeleid tot verantwoord handelen. Zij moeten vanuit een bepaald
denkkader, vanuit een bepaalde structuur, in concrete situaties
met toepassing van de juiste informatie leren handelen. De
student leert in een praktijksituatie juridische aspecten van
psychologische of geloofsvragen onderscheiden. Door een
praktijksituatie te analyseren, kan de pastor ook een bepaald
stappenplan maken. Daarbij staat onder andere de vraag centraal
wat prioriteit verdient en wat kan wachten.
Als de pastor bijvoorbeeld bij verwerkingsproblematiek
ingeschakeld wordt en de huisbaas staat op de stoep om een
huurachterstand van drie maanden te innen, zal de verwerking pas
goed aan de orde kunnen komen als de pastorant eerst verwezen
wordt naar personen of organisaties die deze crisissituatie ter
hand kunnen nemen. De pastor die eenvoudig advies geeft of
doorverwijst naar een bepaalde organisatie, moet dit vanuit de
basisstructuur van de diverse vakken kunnen onderbouwen. Kennis
van de basisstructuur geeft ook de mogelijkheid om de pastorant
beter te kunnen begrijpen in de situatie waarin hij zit. Begrip
schept vertrouwen, vertrouwen bevordert de pastorale relatie.
De casus aan het begin van ieder hoofdstuk kan gedurende de
opleiding dienen als studieopdracht die aan de hand van de inhoud
van het hoofdstuk nader uitgewerkt kan worden.
|23|
Opzet van de delen en onderdelen
Het boek bestaat uit vijf delen en een appendix. Ieder deel bestaat uit de bespreking van verschillende thema’s. Bij de bespreking van elk thema komt het volgende aan de orde:
Leidraad
Voor voetnoten, verwijzingen, literatuurvermeldingen, andere bronvermeldingen, afkortingen en dergelijke is gebruikgemaakt van ‘Leidraad voor juridische auteurs’.2
Taal
De tekst wordt voornamelijk geschreven vanuit het verleden naar het heden, in de tegenwoordige tijd. Dit bevordert het procesmatig denken en voorkomt het creëren van een tegenstelling tussen heden en verleden.
Actueel
De gids is totstandgekomen tussen november 2000 en november 2001. De (wets)aanpassingen die tijdens de periode van het schrijven gerealiseerd zijn, zijn tot het allerlaatste moment verwerkt. Bij het corrigeren van de drukproef zijn de wijzigingen tot en met maart 2002 meegenomen.
2 J.O. van Klinken e.a., Leidraad voor juridische auteurs. Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandstalige publicaties. Deventer: Kluwer 1998.