Van het gastledenregister worden afgevoerd met vermelding van
reden en datum:
a. de gastleden, die schriftelijk aan de kerkeraad te kennen
hebben gegeven de gemeente te verlaten;
b. de gastleden, waarvan meermalen aanhoudende desinteresse is
geconstateerd, waarbij artikel 51, lid 5 naar analogie wordt
gevolgd;
c. de gastleden, die zijn overleden;
d. de gastleden, die in strijd handelen met de kerkelijke orde en
de christelijke zeden, dan wel waarmee aanhoudende
meningsverschillen bestaan, waarbij een procedure wordt gevolgd
naar analogie van die in de Ordening op de Kerkelijke Tucht of de
Ordening op de Kerkelijke Geschillen.