Wanneer een dooplid uitdrukkelijk schriftelijk aan de kerkeraad,
dan wel mondeling heeft verklaard niet meer als dooplid van de
Kerk geregistreerd te willen staan, kan de kerkeraad
overeenkomstig artikel 2 en 3 besluiten zijn gegevens af te
voeren van het doopledenregister.
In geval van een mondelinge verklaring wordt in de notulen
vastgelegd de naam van degene tegenover wie deze verklaring werd
gedaan en de datum waarop dat is geschied. Indien de kerkeraad
tot afvoeren besluit, ontvangt het betrokken dooplid hiervan een
schriftelijke mededeling overeenkomstig artikel 8 van de Ordening
op de modellen.
Tot afvoeren van het doopledenregister wordt eerst vier weken na
het verzenden van de vorenbedoelde mededeling overgegaan, tenzij
de betrokkene binnen deze termijn zijn verklaring herroept.