Indien een gedoopte niet woonachtig is in de gemeente waar de
doopsbediening plaatsvond, draagt de kerkeraad van deze gemeente
er zorg voor:
a. dat de doop wordt ingeschreven in het doopboek van deze
gemeente;
b. dat aan de kerkeraad van de gemeente waar de gedoopte
woonachtig is, zo spoedig mogelijk een mededeling wordt
toegezonden volgens het model genoemd in artikel 7 van de
Ordening op de modellen;
c. dat een afschrift van deze mededeling wordt toegezonden aan de
gedoopte of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger.