Artikel 3.
Bezwaren
De indiening van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking op het bestreden besluit. De voorzitter van het bevoegde college voor de behandeling van bezwaren en geschillen is bevoegd op een daartoe ingediend verzoek inzake een ingediend bezwaar dan wel ambtshalve, onder schriftelijke kennisgeving daarvan aan de betrokkenen, de tenuitvoerlegging of werking van het bestreden besluit op te schorten dan wel een andere spoedvoorziening te treffen, totdat het college een uitspraak heeft gedaan.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 12-3-5, besluit generale synode d.d. 20 april 2012, ingegaan 1 januari 2013.