Artikel 2.
De colleges voor de behandeling van bezwaren en geschillen
Aan het regionale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen wordt door het classicaal-regionaal overlegorgaan voor een periode van telkens vier jaar ten minste één adviserend lid toegevoegd dat de hoedanigheid van meester in de rechten bezit of met goed gevolg daarmee gelijk te stellen universitaire examens in het recht heeft afgelegd, en — op verzoek van het desbetreffende college — andere adviserende leden. Een adviserend lid wordt benoemd uit de leden van de kerk en woont bij voorkeur in het rechtsgebied van het betreffende college.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 12-2-5, besluit generale synode d.d. 20 april 2012, ingegaan 1 januari 2013.