Artikel 3.
Bezwaren
De indiening van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking op het bestreden besluit. De voorzitter van het bevoegde college voor de behandeling van bezwaren en geschillen is bevoegd op een daartoe strekkend verzoek inzake een ingediend bezwaar, onder schriftelijke kennisgeving daarvan aan de betrokkenen, de tenuitvoerlegging of werking van het bestreden besluit op te schorten dan wel een andere spoedvoorziening te treffen, totdat het college een uitspraak heeft gedaan.