Artikel 8.
Betrokkenheid van het regionale college voor de behandeling van beheerszaken
Het college van kerkrentmeesters of het college van diakenen is
eerst na voorafgaande toestemming van het regionale college
bevoegd tot
− het aangaan van rechtshandelingen betreffende het op
ingrijpende wijze verbouwen, uitbreiden of restaureren, verkopen
of op andere wijze vervreemden, bezwaren en afbreken van een
kerkgebouw of een orgel van cultuurhistorische of
architectonische waarde en het verkopen of op andere wijze
vervreemden en bezwaren van voorwerpen van oudheidkundige,
historische of kunstwaarde;
− het aangaan van een overeenkomst met financiële gevolgen met
een lid van het college van kerkrentmeesters, een lid van het
college van diakenen of een van de andere eden van de kerkenraad
alsmede personen die in dienst staan van de gemeente;
− het beschikbaar stellen van diaconale gelden voor niet
diaconaal werk van de gemeente;
− het oprichten van of het deelnemen aan een stichting.
Erfenissen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van
boedelbeschrijving.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 11-8-3, besluit generale synode d.d. 20 april 2012, ingegaan 1 januari 2013.