Ordinantie 11 De vermogensrechtelijke aangelegenheden

 

I. De vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente

Artikel 2.

Het college van kerkrentmeesters

Het college van kerkrentmeesters heeft tot taak:
a. het in overleg met en in verantwoording aan de kerkenraad scheppen en onderhouden van de materiële en financiële voorwaarden voor het leven en werken van de gemeente door:
− het meewerken aan de totstandkoming van het beleidsplan, de begroting en de jaarrekening van de gemeente overeenkomstig het bepaalde in ordinantie 4-7-1 en het bepaalde in artikel 6 en 7;
− het zorg dragen voor de geldwerving;
− het zrog dragen voor het beschikbaar zijn van ruimten voor de eredienst en de andere activiteiten van de gemeente;
en voorts
b. het beheren van de goederen van de gemeente;
c. het verzorgen van het, in het beleidsplan en de begroting geformuleerde, personeelsbeleid;
d. het zorgdragen voor de arbeidsrechtelijke aangelegenheden van hen die krachtens arbeidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam zijn op niet-diaconaal terrein;
e. het fungeren als opdrachtgever van kosters en beheerders van gebouwen en ander beherend en administratief personeel dat op arbeidsovereenkomst in dienst van de gemeente werkzaam is;
f. het bijhouden van de registers van de gemeente, het doopboek, het belijdenisboek en — indien aanwezig — het trouwboek;
g. het beheren van de archieven van de gemeente;
h. het beheren van de verzekeringspolissen.
Met het oog op deze taak kan de ouderling-kerkrentmeester worden vrijgesteld van
− het toerusten van de gemeente tot het vervullen van haar pastorale en missionaire roeping en
− de herderlijke zorg.