Artikel 8.
Betrokkenheid van het regionale college voor de behandeling van beheerszaken
Het college van kerkrentmeesters of het college van diakenen is
eerst na voorafgaande toestemming van het regionale college
bevoegd tot:
− het op ingrijpende wijze verbouwen, uitbreiden of restaureren,
verkopen of op andere wijze vervreemden en afbreken van een
kerkgebouw of een orgel, vermeld op de door het regionale college
bij te houden lijst van gebouwen en orgels van cultuurhistorische
of architectonische waarde en het verkopen of op andere wijze
vervreemden en bezwaren van voorwerpen van oudheidkundige,
historische of kunstwaarde;
− het aangaan van een overeenkomst met financiële gevolgen met
een lid van het college van kerkrentmeesters, een lid van het
college van diakenen of een van de andere leden van de kerkenraad
alsmede personen die in dienst staan van de gemeente;
− het beschikbaar stellen van diaconale gelden voor niet
diaconaal werk van de gemeente;
− het oprichten van of het deelnemen aan een stichting.
Erfenissen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van
boedelbeschrijving.