Hoofdstuk IV

Het werk van de kerk

I. Kerkdiensten

a. Algemene bepalingen

1. Op de dag des Heren zal de gemeente in kerkdiensten samenkomen en voorts tenminste eenmaal op het Kerstfeest, de Goede Vrijdag en de Hemelvaartsdag.
2. De kerkeraden zullen zoveel mogelijk zorg dragen, dat kerkdiensten worden gehouden op de Oudejaars- en Nieuwjaarsdag en op de bid- en dankdagen voor gewas en arbeid.
3. Het wordt in de vrijheid van de kerk gelaten kerkdiensten te houden op de tweede feestdagen.