Algemene ordening

Hoofdstuk 5

Van de bestuursorganen der Kerk.

Afdeling I

Van de Kerkeraad.

Van zijn samenstelling

Ouderlingen, kerkrentmeester en diakenen worden jaarlijks tijdig vóór 31 december gekozen door de leden en gastleden der gemeente, alsmede door die (gast-)doopleden, die de jaren des onderscheids hebben bereikt en die tevens op hun schriftelijk verzoek van de kerkeraad van hun gemeente blijkens een door hen ontvangen kennisgeving het aktief kiesrecht hebben verkregen, uit hen die:
a. op 1 januari daaraanvolgende de 21-jarige leeftijd hebben bereikt;
b. als lid in het lden-, resp. gastledenregister der gemeente zijn ingeschreven;
c. niet ingevolgde de Ordening op de kerkelijke tucht dan wel ingevolge de Ordening op de Raad voor het Beroepingswerk uit enig kerkelijk ambt of enige kerkelijke functie oneervol zijn ontslagen of ontheven (behoudens wedertoelating) of vervallen zijn verklaard van de bevoegdheid tot het aanvaarden van een kerkelijk ambt of een kerkelijke functie (behoudens opheffing daarvan);
d. niet ten tijde van de verkiezing ingevolge de onder c. genoemde Ordening zijn geschorst in de waarneming of in de bevoegdheid tot het aanvaarden van een kerkelijk ambt of een kerkelijke functie;
e. niet onder curatele staan;
f. niet bij de gemeente in dienstbetrekking zijn.