Cap. II. Eenige Statuten van de Classische Verzamelingen.

Si quid in aliqua Classis Ecclesia acciderit, quod in illius consistorio componi non posset, in conventu Classico discutietur et iudicabitur, a quo ad prouincialem erit appellatio. Coeterum in conventibus Classicis, quae ad Classis illius Ecclesias pertinebunt, tractabuntur.

3. Zoo daar iet in eenige Kerke des Classis geschiede, dat daar niet in de consistorie konde ter neder gelegt worden, dat zal in de Classische samenkomsten verhandelt en geoordeelt worden, van den welke men zig tot den Provincialen Synodum zal mogen beroepen.

4. Voorts in de Classische Verzamelingen zullen verhandelt worden die dingen, die den Kerken van de Classis betreffen1).


1) Deze alinea, bij C. nog een gedeelte van art. 3, luidt daar aldus: maar inde Klassycke bijeenkomsten sall gheoordeelt worden, datt tott de Kercken desselven Klassis sall behooren.