De Classicis Conventibus.

Cap. II. Eenige Statuten van de Classische Verzamelingen1).

In Classicis conventibus ministrorum vnus concionem in Ecclesia habebit, de ea coeteri Collegae van collecti iudicabunt, et si quid corrigendum sit, indicabunt. Idem coeteri suo quisque ordine praestabunt in proximis classicis conventibus.

In de Classische Verzamelingen zal een van de Ministers een predicatie doen, van dewelke die andere Meede-Dienaars, by een verzamelt, zullen oordeelen, en zoo daar iets is te verbeeteren, dat zullen zy te kennen geeven, het zelve zullen ook alle andere, elk in zyne ordening, doen, in de naastvolgende Classische Verzamelingen.


1) Bij C. en J. zijn hier, en vervolgens, de woorden Capittel II, III en IV niet te vinden (evenmin als bij Cap. I). Er staat alleen: Vande bijeenkomsten der Klassen (bij J.: Von den Quartieren Zusamenkünfften). In nr. 3 ontbreken deze nadere besluiten over de meerdere vergaderingen geheel.