|ix|

Inhoud.

 

 

Pag.

INLEIDING

 

1

Hoofdstuk I.

DE KERKELIJKE VERGADERINGEN.

 

 

§ 1.

Algemeene Opmerkingen.

6

 

§ 2.

De Kerkeraad.

14

 

§ 3.

De Classis.

27

 

§ 4.

De Particuliere of Provinciale Synode.

55

 

§ 5.

De Nationale (Generale) Synode.

73

 

§ 6.

Deputaten van de Kerkelijke Vergaderingen.

90

Hoofdstuk II.

DE KERKELIJKE PRAKTIJK.

 

 

§ 7.

Overzicht van het terrein.

109

 

§ 8.

Het onderzoek bij de toelating tot den dienst des Woords.

113

 

§ 9.

De eischen van het examen.

121

 

§ 10.

De Attestatie.

147

 

§ 11.

De gemeenschappelijke godgeleerde arbeid op de vergaderingen.

154

 

§ 12.

De Profetie.

174

 

§ 13.

Het (afgeleid) gezag der kerkelijke symbolen.

182

 

§ 14.

De onderteekening der Formulieren.

199

 

§ 15.

Revisie.

215

 

§ 16.

Gravamina.

223

 

§ 17.

De Vrijheid van Profetie.

241

 

§ 18.

De Tolerantie.

252

 

§ 19.

Tucht in engeren zin.

266

 

§ 20.

Werkzaamheid buiten de kerkelijke grenzen.

313