|5|
Woord vooraf — 15
I De kerk in het Nieuwe Testament
De kerk in het Nieuwe Testament, A. Noordegraaf — 19
Inleiding — 19
1. Het geheim van Israël — 20
2. Jezus en de kerk — 23
3. De synoptische evangeliën — 27
3.1. Mattheüs — 27
3.2. Markus — 30
3.3. Lukas — 31
4. Johannes (evangelie en brieven) — 33
5. Handelingen der apostelen — 37
5.1. De gemeente uit Israël en de volkeren — 37
5.2. Het leven van de gemeente — 40
6. De brieven van Paulus — 46
6.1. Volk van God — 46
6.2. Lichaam van Christus — 49
6.3. De gemeente en de wereld — 51
6.4. Het leven van de gemeente — 52
7. De overige geschriften van het Nieuwe Testament — 56
7.1. De brief aan de Hebreeën — 56
7.2. De brief van Jakobus — 57
7.3. De eerste brief van Petrus — 58
7.4. De tweede brief van Petrus en de brief van Judas — 59
7.5. De openbaring van Johannes — 60
8. Slotopmerkingen — 62
II Kerkopvattingen in de loop der eeuwen
Augustinus over de kerk, J. van Oort — 65
Inleiding — 65
1. Augustinus’ eerste contacten met de kerk — 67
|6|
2. De kerk in de tijd van Augustinus’ bekering en in zijn
vroegste geschriften — 69
3. De visie van de ‘Confessiones’: Monnica als beeld van de kerk
— 71
4. De kerk en haar gezag in de strijd tegen de manicheeërs —
74
a. Het gezag van de kerk — 74
b. De apostolische successie — 76
5. De definitieve vorming van Augustinus’ leer van de kerk in de
anti-donatistische polemiek — 77
a. De kerk als geschenk van Gods genade en werk van de Heilige
Geest — 79
b. De kerk als lichaam van Christus — 80
c. Geloof, hoop en liefde als grondslag van de kerk — 83
d. De katholiciteit en de heilsnoodzakelijkheid van de kerk —
85
e. De kerk als gemengd lichaam — 88
Slotopmerkingen — 92
De kerk bij Luther, K. Exalto — 95
Inleiding — 95
1. Von dem Papsttum zu Rom (1520) — 97
2. Von den Konziliis und Kirchen (1539) — 100
3. Wider Hans Worst (1541) — 107
Zwingli’s staatskerk, W. van ’t Spijker — 111
Inleiding — 111
1. Zwingli’s opvatting van de kerk in zijn vroege geschriften —
112
2. Oppositie tegen Rome inzake de kerk — 114
3. Conflict met de dopers — 116
4. Zwingli’s kerkbeschouwing in latere geschriften — 118
5. Kerk en corpus christianum — 121
6. Kerkelijke tucht. Ambt en opleiding — 122
De kerk bij Bucer: het rijk van Christus, W. van ’t
Spijker — 126
Inleiding — 126
1. De plaats van de kerk in Bucers theologie — 128
2. Ontwikkelingen in Bucers kerkbegrip — 131
3. De ‘Christlichen Gemeinschaft’ in Straatsburg (1546-1550) —
136
4. De kerk: het rijk van Christus — 139
De kerk bij Calvijn: theocratie, W. van ’t Spijker —
143
Inleiding — 143
1. De Institutie van 1536 — 145
2. Straatsburg — 149
3. Kerkordes en commentaren — 155
4. De kerk bij Calvijn volgens de Institutie van 1559 — 158
De kerk in de Nadere Reformatie — Wilhelmus à Brakel (1635-1711),
C. Graafland — 163
Inleiding — 163
1. Afwijkende volgorde — 165
|7|
2. De kerk in het kader van het verbond — 166
3. Er is maar één kerk — 170
4. Eenheid en heiligheid — 174
5. De gereformeerde kerk — 176
6. De ware kerk is een ‘afgescheiden’ kerk — 176
7. De kerk als Woord-gebeuren — 177
8. Waaraan kent men de kerk? — 178
9. Hoe lang blijft de kerk ware kerk? — 179
10. De particuliere en de algemene kerk — 180
11. Waarschuwing tegen het volgen van de labadisten — 182
12. Afscheiding is geen zegen maar een zonde — 182
13. Kerkvernieuwing als een vooruitgrijpen op de toekomst — 185
De kerk bij A. Kuyper en K. Schilder, C. Trimp — 187
1. A. Kuyper (1837-1920) — 187
1.1. Plaatsbepaling — 187
1.2. De kerk als organisme — 188
1.3. De kerk als instituut — 190
1.4. Korte balans — 192
2. K. Schilder (1890-1952) — 193
2.1. De kerk: werk van Christus — 194
2.2. De dynamiek van de kenmerken — 195
2.3. De kerk en de verantwoordelijkheid van de mens — 195
2.4. Drievoudig appèl — 196
2.5. Tenslotte — 201
De kerk bij Hoedemaker, Gunning, Kraemer en Van Ruler, W.
Balke — 202
1. Hoedemaker
1.1. Hoedemakers theocratisch uitgangspunt — 202
1.2. Geen ‘echte’ neocalvinist — 202
1.3. De kerk — 203
1.4. De volkskerk — 204
1.5. De neutrale staat een onding — 205
1.6. Scherp conflict met Kuypers coalitie — 205
1.7. Kerk en koninkrijk Gods — 206
1.8. Gunning en Hoedemaker — 207
1.9. Het ‘organische’ in het denken van Hoedemaker — 207
1.10. De organisatie is in oorsprong onwettig — 207
1.11. Het geestelijk regiment der kerk — 208
1.12. Hoedemaker en de Afscheiding — 208
1.13. Hoedemakers diep besef dat het om heel de kerk gaat —
209
1.14. Heel de kerk en heel het volk — 210
1.15. Genootschap of Lichaam van Christus? — 210
1.16. De theocratie — 210
2. Gunning — 211
2.1. De allesbeheersende plaats van de kerk bij Gunning — 211
2.2. De inwoning van Christus — 211
|8|
2.3. De roep om tucht — 212
2.4. Geen pluriformiteit — 212
2.5. Oecumeniciteit — 213
2.6. Katholiciteit — 214
2.7. De heiligheid en de katholiciteit — 215
2.8. De eis van heiligheid kan alleen langs de weg van de
algemeenheid worden vervuld — 216
2.9. Niet door geweld maar door de Geest — 216
2.10. Alleen door èn aan de heiligheid èn aan de katholiciteit
recht te doen komt de eenheid tot stand — 217
2.11. Gunnings oproep zich te scharen rondom het Kruis — 218
2.12. De strijd voor kerkherstel
3. Kraemer
3.1. A christian message in a non-christian world — 220
3.2. De strijd voor gemeente-opbouw — 221
3.3. Kerk èn wereld — 221
3.4. Het gaat om de boodschap — 223
3.5. De kritiek van Noordmans — 223
4. Van Ruler — 224
4.1. Theocratische theologie — 224
4.2. Het apostolaat — 225
4.3. Ook andere accenten — 226
4.4. De kathedraal van de liefde — 226
4.5. Het institutaire — 227
4.6. De volkskerk — 228
4.7. De tucht — 229
4.8. De kerk en het rijk — 230
De rooms-katholieke leer van de kerk sinds Trente met bijzondere
aandacht voor de nieuwe ontwikkelingen, B. Wentsel —
231
1. Het concilie van Trente — 231
2. Het Eerste Vaticaans Concilie, 1869-1870 — 234
3. Het Tweede Vaticaans Concilie, 1962-1965 — 237
4. Enige conclusies; terugblik en uitzicht naar de
eenentwintigste eeuw — 243
De ecclesiologie van de Wereldraad, K. Runia — 246
1. Vóór 1948 — 246
2. De Wereldraad en zijn basis — 247
3. De eenheid van de kerk — 249
4. Verscheidenheid — 252
5. Conciliariteit — 253
6. Kerk der armen — 254
7. Conclusie — 255
|9|
III De eigenschappen van de kerk
De eigenschappen van de kerk, W. Balke — 259
Inleiding — 259
1. Eenheid — 260
1.1. Eenheid en waarheid — 260
1.2. De veelheid van kerken — 261
1.3. Kerk en Israël — 262
1.4. Eenheid en schisma in het Nieuwe Testament — 262
1.5. Gods beloften voor Israël — 263
1.6. De zonde van partijschappen — 264
1.7. Spanning tussen eenheid en waarheid — 264
1.8. De grenzen van de eenheid — 265
1.9. Hoofdzaak en bijzaken — 266
1.10. Calvijns strijd voor de eenheid der kerk — 266
1.11. Integratie van waarheidselementen? — 267
2. Heiligheid — 268
2.1. Heilig — 268
2.2. Heiligheid als daad van God en roeping der kerk — 268
2.3. De Reformatie en de heiligheid van de kerk — 269
2.4. De heiligheid van de kerk en de rechtvaardiging van de
goddeloze — 270
2.5. De heiligheid en het pastoraat — 270
2.6. De heiligheid en de voleinding — 271
3. Katholiciteit — 272
3.1. De katholiciteit in de oude kerk — 272
3.2. De katholiciteit is wezenlijk verbonden met Christus het éne
Hoofd der kerk — 273
3.3. De demonie van de katholiciteit — 274
3.4. Katholiciteit en nationaliteit — 274
3.5. Katholiciteit en universaliteit — 275
3.6. De katholiciteit in het Nieuwe Testament — 275
3.7. De katholiciteit in de Reformatie — 277
3.8. Katholiciteit in qualitatieve zin — 278
3.9. Katholiciteit en pastoraat — 278
4. Apostoliciteit — 279
4.1. Apostoliciteit — 279
4.2. Het ambt van apostel — 279
4.3. De apostolische successie — 279
4.4. De reformatie en de apostoliciteit — 280
4.5. Het apostolaat — 281
4.6. De betekenis van het ambt — 281
Epiloog: de vier eigenschappen — 281
De kenmerken van de kerk, J. van Genderen — 283
1. Inleiding — 283
2. Luther en Calvijn — 284
3. De Nederlandse Geloofsbelijdenis — 288
4. Woord en kerk — 292
|10|
5. Het gebruik van de kenmerken — 293
IV De regering van de kerk
Episcopalisme, W. van ’t Spijker — 301
1. Naam, Begrip — 301
2. De opkomst van het episcopaat in de kerk — 302
3. Ontwikkeling tot monarchisch episcopaat. De paus van Rome —
304
4. Episcopalisme en conciliarisme — 305
5. Episcopaat en pauselijk gezag bij Rome na Vaticanum II —
307
6. Het historisch episcopaat in de Anglicaanse kerk — 309
7. Het episcopaat. Desiderata bij protestanten — 311
Congregationalisme, W. van ’t Spijker — 313
1. Naam. Begrip — 313
2. Momenten uit de geschiedenis — 314
3. Principia — 319
Het presbyteriale-synodale stelsel, W. van ’t Spijker —
326
1. Naam. Begrip — 326
2. Schriftberoep. Confessionele keus — 327
3. De plaatselijke kerk — 329
4. De ambten — 331
5. De vergaderingen — 333
6. Verhouding tot de staat — 335
7. Eenheid van grondstructuur. Verscheidenheid in vorm — 337
Intermezzo
Godsdienst en kerk in een geseculariseerde wereld, L. van
Driel — 341
Inleiding — 341
1. Onze moderne samenleving — 342
1.1. In de Middeleeuwen — 342
1.2. Naar een nieuwe tijd — 344
1.3. Ontwikkeling van de moderne samenleving — 345
1.4. Een complexe samenleving — 350
1.5. Gevolgen voor de mens — 352
1.6. Oud en nieuw vergeleken — 353
2. Gevolgen voor godsdienst en kerk — 354
2.1. Secularisatie — 354
2.2. De aanhang van het christelijk geloof wereldwijd — 356
2.3. Kerkelijkheid in Nederland — 358
2.4. Het dilemma voor godsdienst en kerk — 363
3. Een theologische doorlichting — 369
3.1. Martin Buber — 369
|11|
3.2. Dietrich Bonhoeffer — 371
3.3. Lesslie Newbigin — 374
3.4. H. Berkhof — 377
3.5. Nog enkele ‘stemmen’ in dezelfde richting — 379
3.6. Enkele kritische geluiden — 382
4. Bij wijze van afronding — 383
4.1. Vooraf — 383
4.2. Wat ons voor ogen staat — 385
V De dienst van de kerk
De prediking van de kerk, K. Runia — 392
1. Prediking — wat is dat eigenlijk? — 393
2. Enkele grepen uit de geschiedenis — 396
3. Hoe moet er vandaag gepreekt worden? — 399
De kerk als leergemeenschap, W. Verboom — 404
Inleiding — 404
1. De waarde van de catechese — 405
2. De catechese op synodale vergaderingen — 407
3. Bijbelse gegevens — 410
4. De catechese van de Reformatie — 413
5. De catechese in de tweede helft van de 20e eeuw — 416
6. Enkele visies op catechese — 417
7. Bijbels-reformatorische catechese in onze tijd — 420
Het pastoraat van de kerk, C. Trimp — 423
Inleiding — 423
1. Het herderschap volgens de Heilige Schrift — 423
2. Het historische formatieproces — 427
3. De actuele context van het pastoraat — 429
4. Pastoraat als bediening van de Geest — 433
Liturgie als dienst van de kerk, T. Brienen — 436
Inleiding — 436
1. Het wezen van de liturgie — 437
2. De geschiedenis van de liturgie — 439
2.1. Eerste eeuwen — 439
2.2. De weg naar het Oosten en het Westen — 440
2.3. De liturgie van de Reformatie — 441
2.4. Verdere ontwikkeling: stilstand en opleving — 442
3. De vormgeving van de liturgie — 443
4. Kernvragen uit de liturgie — 445
4.1. Weinige bezinning — 445
4.2. Volgorde Votum en Groet — 446
4.3. Schuldbelijdenis en genadeverkondiging — 446
|12|
4.4. Functie van de wetslezing — 447
4.5. Orde van Schriftlezingen — 447
4.6. Instandhouding van de kerkelijke (christelijke) geesten —
448
4.7. Frequentie avondmaalsviering — 449
4.8. Verdere ontwikkeling van de gemeentezang — 449
4.9. Gebruik van de formulieren — 451
4.10. Inrichting van het kerkgebouw — 451
5. De praktijk van de liturgie — 452
Het diakonaat van de kerk, C. Trimp — 453
1. De herwaardering van de diakonia — 453
2. ‘Diaken’ en ‘diakonie’ in het Nieuwe Testament — 454
2.1. Diaken en diakonia — 454
2.2. Christus’ werk als diakonia — 457
2.3. Het diakonale ambt — 458
2.3.1. Handelingen 6, 1-7 — 458
2.3.2. Filippenzen 1, 1 en 1 Timotheüs 3, 8-13 — 463
2.4. Conclusies — 465
3. Concretisering — 466
3.1. Het subject van de diakonia — 466
3.2. Barmhartigheid of gerechtigheid — 469
3.3. De nood van de wereld — 470
Het zendingsbevel in de 20e eeuw, vijf wachtwoorden in hun
context, C. Blenk — 472
1. Evangelisering van de wereld in deze generatie (Mott, 1990) —
472
2. De christelijke boodschap in een niet-christelijke wereld
(Kramer) — 474
3. Alomvattende benadering (Jeruzalem, 1928 ) — 479
4. Apostolaat (Nederlandse Hervormde Kerk, 1951) — 480
5. Zending in zes continenten (Mexico, 1963) — 484
6. De onvoltooide taak van de wereldzending (Evangelicals,
Verkuyl) — 492
Het politieke spreken van de kerk, S. Gerssen — 494
1. Een getuigenis op zichzelf — 494
2. Geen besloten vereniging — 495
3. Zwijgen? — 495
4. Oorlogservaring — 496
5. Volkskerk — 497
6. Christusbelijdend — 498
7. Oproep tot bekering — 498
8. Feit en probleem — 499
9. Details — 500
10. Uniek gezag — 501
11. Crisisbesef — 502
12. Profetie — 503
13. Profetisch zwijgen — 504
|13|
Uitzicht
Uitzicht, W. van ’t Spijker — 507
1. Onze eeuw — 507
2. Het einde der eeuwen — 509
3. Het geheim van de gemeente — 511
4. De tijd van de kerk — 514
5. De tijd van de Geest — 517
Bijlagen
Literatuur — 522
Illustratieverantwoording — 527
Register van persoonsnamen — 529
Register van teksten — 533