Artikel 17.
Streekgemeenten
a. Een huisgemeente is een tot een streekgemeente behorende
gemeente die niet in staat is alle in de orde van de kerk
aangegeven taken van een gemeente te verrichten.
b. Een huisgemeente wordt gevormd door de kerkenraad van een
streekgemeente op verzoek van de kerkenraad van de betreffende
gemeente nadat de leden van deze laatstgenoemde gemeente de
gelegenheid hebben gekregen hun oordeel kenbaar te maken.
c. In bijzondere omstandigheden kan de streekkerkenraad — onder
goedkeuring van het breed moderamen van de classicale vergadering
en nadat de kerkenraad en de leden van de betreffende gemeente de
gelegenheid hebben gehad hun oordeel kenbaar te maken — besluiten
een gemeente die deel uitmaakt van de streekgemeente, aan te
merken als huisgemeente.
d. Een besluit tot vorming van een huisgemeente bevat een
regeling betreffende de taken die door de huisgemeente in overleg
met en onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad van de
streekgemeente worden verricht.
e. De kerkenraad van de streekgemeente wijst voor het contact met
de huisgemeente uit zijn midden ten minste een van zijn leden
aan.