Het hiervoren gemeld Ministeriëel Departement zal, na ingenomen te hebben de gedachten van de Provinciale Kerkbesturen, en na voorafgaande raadpleging met de Staten der Provincie welke zulks betreft, over de onderwerpen in de voorgaande artikelen vermeld, de noodige voordragten doen aan Zijne Majesteit den Koning.