|7|

Inhoud

 

 

 

1a Kerkrecht; een theologische benadering — 15
L.C. van Drimmelen

1a.1 Inleiding — 15
1a.2 Guter Jurist, böser Christ — 16
1a.3 Achtergrond van het kerkrecht — 17
1a.4 Kerkrecht als theologische én juridische discipline — 18
1a.5 Kerk in het Nederlands recht — 19
1a.6 Kerkrecht als exemplarisch recht — 20

1b Kerk en recht; een juridische benadering — 23
T.J. van der Ploeg

1b.1 Het begrip kerkrecht en het recht — 23
1b.2 De plaats van kerk en kerkrecht ten opzichte van het ‘positieve recht’ — 24
1b.3 Het kerkgenootschap als een bijzonder rechtspersoon — 25
1b.4 Een conflict tussen kerk en recht? — 25
1b.5 De taak van de staat en van de kerk — 26
1b.6 De basis voor de rechtspersoonlijkheid van de kerk — 26

 

Deel I Kerk, staat en maatschappij — 29

2 Kerkelijk recht en wereldlijk recht — 31
J. Hallebeek

2.1 Inleiding — 31
2.2 De Oude Kerk — 33
2.3 De Gregoriaanse kerkhervorming — 36

|8|

2.4 De leer van de kerk als societas perfecta — 37
2.5 Het regalisme — 38
2.6 De Reformatie — 42
2.7 De scheiding van kerk en staat en de vrijheid van godsdienst — 44
2.8 De huidige situatie — 45

3 Kerk en staat - historisch. De verhouding tussen kerk en staat in Nederland (1579–2003) — 49
J. de Bruijn

3.1 Inleiding — 49
3.2 De Republiek — 49
3.3 De Franse tijd — 53
3.4 Het Koninkrijk — 56
3.5 De periode vanaf 1848 — 58
3.6 De confessionele reactie — 60
3.7 De verzuiling — 63
3.8 De secularisatie — 65

4 Kerk en staat en de mensenrechten — 69
B.P. Vermeulen & M.J. Kanne

4.1 Inleiding — 69
4.2 De verhouding tussen kerk en staat: product van de godsdienstoorlogen — 69
4.3 Drie kerk/staat-modellen — 70
4.4 De ontwikkeling in Nederland — 72
4.5 De kerk als collectief, drager van de godsdienstvrijheid — 73
4.6 De vrijheid van godsdienst — 76
4.7 De beschermde uitingsvormen; interpretatieve terughoudendheid — 78
4.8 Collectieve godsverering — 80
4.9 Organisatievrijheid — 84
4.10 Samenhang met het gelijkheidsbeginsel: scheiding van kerk en staat — 87

|9|

5 Kerk en staat vanuit het staatsrecht. Meer respect voor de publieke dimensie van godsdienst — 93
J.W. Sap

5.1 Inleiding — 93
5.2 Scheiding tussen kerk en staat, historisch bezien — 95
5.3 De kerk in bredere zin — 98
5.4 Het geloof van de overheid — 101
5.5 Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging — 105
5.6 Beperkingen van de vrijheid — 108
5.7 Overheidsgebruiken — 112
5.8 God in de troonrede — 115
5.9 Conclusie — 117

 

Deel II Kerkelijk recht en burgerlijk recht — 121

6 De kerken in het privaatrecht — 123
T.J. van der Ploeg

6.1 Het kerkgenootschap als rechtspersoon en andere kerkelijke rechtspersonen — 123
6.2 Oprichting en kenbaarheid van een kerkelijke rechtspersoon — 127
6.3 Andere rechtsvormen voor religieuze organisaties — 129
6.4 Vertegenwoordiging — 132

7a Fusie en splitsing van kerkgenootschappen. Volgens het kerkelijk recht — 137
L.C. van Drimmelen

7a.1 Inleiding — 137
7a.2 Kerkelijke regelingen betreffende fusie, opheffing en splitsing — 140

|10|

7b Fusie en splitsing van kerkgenootschappen. Civielrechtelijke aspecten — 145
T. van Kooten & T.J. van der Ploeg

7b.1 Inleiding — 145
7b.2 Fusie — 146
7b.3 Splitsing van kerkgenootschappen — 147
7b.4 Kerkscheuring — 151
7b.5 Omzetting — 154
7b.6 Opheffing van gemeenten en parochies — 157

8 De rechtspositie van priesters, predikanten en andere voorgangers — 159
T.J. van der Ploeg

8.1 Inleiding — 159
8.2 Aanstelling — 160
8.3 Verkeert de voorganger in een gezagsverhouding? — 165
8.4 Het verschil tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van opdracht — 167
8.5 De dubbele betrekkign tussen de voorganger en zijn godsdienstige organisatie — 168
8.6 De beëindiging van de rechtsverhouding met de voorganger — 171

9a Kerkelijke geschillen; de burgerlijke rechter en kerkelijke conflicten — 175
F.T. Oldenhuis

9a.1 Inleiding — 175
9a.2 ‘Arbeids’-conflicten tussen predikant en kerkgenootschap — 177
9a.3 Intern appelrecht als voorwaarde voor ontvankelijkheid — 181
9a.4 Foutief gedrag door of namens kerkgenootschappen en haar leden — 184
9a.5 Conclusie — 187

|11|

9b Kerkelijke geschillen; de burgerlijke rechter en geloofskwesties — 189
A.H. Santing-Wubs

9b.1 Inleiding — 189
9b.2 Kanttekeningen bij ‘Hasselt’ — 192
9b.3 Conclusie — 197

 

Deel III Kerkrecht in de praktijk — 199

10 Typen van kerkelijke organisatie — 201
L.C. van Drimmelen

10.1 Inleiding — 201
10.2 Hoofdlijnen — 202
10.3 Rubricering — 205
10.4 De drie typen in de praktijk — 206

11 Bronnen van positief kerkrecht — 215
L.C. van Drimmelen

11.1 Inleiding — 215
11.2 De rooms-katholieke kerk — 217
11.3 De Nederlands hervormde kerk — 221
11.4 De gereformeerde kerken in Nederland — 224
11.5 De protestantse kerk in Nederland — 226

12 De bevoegdheden van kerkelijke organen — 231
T.J. van der Ploeg, A.P.H. Meijers & L.C. van Drimmelen

12.1 Inleiding — 231
12.2 De rooms-katholieke hiërarchie — 234
12.3 Bevoegdheidsverdeling in de protestantse kerk in Nederland — 244
12.4 Burgerlijk rechtelijke kanttekening bij de kerkelijke organisatie — 251

|12|

13a De rooms-katholieke parochie — 255
A.J.M. van der Helm

13a.1 Inleiding — 255
13a.2 De parochie in het canonieke recht — 255
13a.3 korte ontstaansgeschiedenis van de parochie — 257
13a.4 Parochie en rechtspersoonlijkheid — 259
13a.5 De parochie in kerkelijk publiekrecht — 261
13a.6 De gemeenschap als constitutief element van de parochie — 262
13a.7 De oorsprong van het Algemeen Reglement — 264
13a.8 De pastoor als voorzitter van het bestuur — 265
13a.9 Het pastoraat en het beheer van de materiële goederen — 267
13a.10 Democratie in de parochie — 268
13a.11 Kracht aan de basis — 268

13b De reformatorische gemeente in juridisch en organisatorisch opzicht — 271
L.C. van Drimmelen

13b.1 Inleiding — 271
13b.2 De hervormde gemeente en de protestantse gemeente — 273
13b.3 De gereformeerde kerk — 276
13b.4 De vrije gemeente — 278

14a Het beheer van het vermogen van een rooms-katholieke parochie — 281
A.P.H. Meijers

14a.1 Het parochievermogen — 281
14a.2 Het canoniek vermogensrecht — 282
14a.3 Het parochiële vermogensbeheer — 283
14a.4 Het Algemeen Reglement — 284
14a.5 Conclusie — 286

|13|

14b Het beheer van het vermogen van een reformatorische gemeente — 289
L.C. van Drimmelen

14b.1 De materiële voorzieningen van de gemeente — 289
14b.2 Van kerkvoogd naar kerkrentmeester — 291
14b.3 Gereformeerde kerken en gereformeerde gemeenten — 297
14b.4 Vrije gemeente — 298

15 De kerkelijke armenzorg — 301
L.C. van Drimmelen & P. van Oosten

15.1 Het recht der armen — 301
15.2 De armen hebt gij altijd bij u — 303
15.3 Rentmeester der armen — 307
15.4 Het diaconaat, een hand van de kerk — 308

16 De kerkelijke rechtspraak — 315
L.J. Koffeman

16.1 Inleiding — 315
16.2 Presbyteriaal-synodaal stelsel — 316
16.3 Historisch perspectief — 316
16.4 Rechtspraak en rechtsbescherming — 318
16.5 Rechtspraak in de GKN — 319
16.6 Rechtspraak in de NHK — 325
16.7 Rechtspraak in de PKN — 329
16.7 Conclusie — 331

Lijst van afkortingen — 335

Jurisprudentieregister — 337

Zakenregister — 341

Over de auteurs — 353