Hoofdstuk 3
1. Het in artikel 98, lid 2, genoemde zendingscentrum heeft
rechtspersoonlijkheid.
2. Deze rechtspersoon wordt bestuurd door de in artikel 98, lid
1, bedoelde deputaten, zulks met inachtneming van de bepalingen
en opdrachten, door de generale synode vastgesteld en
gegeven.
3. De rechtspersoon wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd
door de praeses en de scriba van de deputaten, dan wel door één
of meer andere personen, door de deputaten daartoe
aangewezen.
4. De generale synode kan een besluit of handeling van de
deputaten nietig verklaren, indien het besluit of de handeling in
strijd is met de in lid 2 bedoelde bepalingen of opdrachten. Bij
het desbetreffende besluit zal de synode de gevolgen daarvan
regelen.
Zie Bijlage XV