De dienst van de predikant houdt in: de verkondiging van het
Woord van God, de bediening van de sacramenten, het voorgaan in
de openbare gebeden van de gemeente, het met zijn
medeambtsdragers herderlijk zorgen voor de gemeente en haar
leden, het verdedigen en doorgeven van de zuivere leer en het
onderwijzen van de jeugd der gemeente en van allen die onderwijs
behoeven.
Het zal mogelijk zijn, dat sommige predikanten een bijzondere
opdracht ontvangen ten behoeve van de opleiding tot de dienst des
Woords, tot geestelijke verzorging van bijzondere aard of ter
verbreiding van het evangelie.
Zij zullen aan een gemeente verbonden blijven. De verhouding
waarin zij tot de betrokken gemeente staan, dient geregeld te
worden onder goedkeuring van de regionale vergadering.