(voorbeeld)
Elke (wijk)kerkenraad vaardigt twee ambtsdragers af.
Het rooster is gebaseerd op de verdeelsleutel
‘p-d-k-p-o-d-p-k-d-o’, zodat er per tien ambtsdragers steeds 3
predikanten, 2 ouderlingen, 2 ouderlingen-kerkrentmeester en 3
diakenen worden afgevaardigd.
De (wijk)gemeenten worden in twee blokken verdeeld.
In het ene blok worden de afgevaardigden aangewezen in de oneven
jaren, in het andere blok in de even jaren — telkens voor vier
jaar.
Als de classis meer dan 10 (wijk)gemeenten telt, kan op de
(wijk)gemeenten 11 t/m 15 het rooster voor de (wijk)gemeenten 1
t/m 5 worden toegepast, op de (wijk)gemeenten 16 t/m 20 dat voor
de (wijk)gemeenten 6 t/m 10, enzovoort.