De kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland omvat (zoals
ovb. 3 aangeeft):
- De kerkorde in engere zin, waarin de grondleggende bepalingen
zijn opgenomen (art. XVIII). Deze kerkorde in engere zin telt 19
artikelen die met Romeinse cijfers worden genummerd.
- De ordinanties (art. XVII). De kerkorde in engere zin wordt
uitgewerkt in 14 ordinanties, waarin nadere regelingen worden
gegeven.
- De overgangsbepalingen. Met het oog op de inwerkingtreding van
de kerkorde zijn er 297 overgangsbepalingen vastgesteld, waarin
de overgang van het oude recht van de drie zich verenigende
kerken naar de Protestantse Kerk in Nederland wordt geregeld. In
de overgangsbepalingen wordt ten aanzien van sommige
ordinantiebepalingen een voorlopige uitzondering mogelijk
gemaakt.
- De generale regelingen. Deze regelingen bevatten bepalingen van
meer technische aard en kunnen door de generale synode zelf
worden vastgesteld en gewijzigd (ord. 4-26-1).
Ook de plaatselijke regelingen en regelingen van andere organen van de kerk maken deel uit van het kerkelijk recht (art. XVII-1 en ord. 4-4-2).
De kerkorde is niet in de eerste plaats een juridisch document, maar geeft regelingen voor het leven en werken van de kerk om het mogelijk te maken aan haar roeping te beantwoorden. De kerkorde is daarom (ook) sterk theologisch bepaald. In juridische zin geldt de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland als het statuut van de kerk als bedoeld in art. 2:2 van het Burgerlijk Wetboek.