Herziening van de kerkorde. Besluit over art. 41, 42 en 45

Art. 474. De synode besluit de artikelen 41, 42 en 45 van de herziene kerkorde als volgt vast te stellen:

 

Artikel 41

1. De kerkeraad zal in de regel tenminste éénmaal per maand samenkomen.
2. Hij zal tenminste eens in de drie maanden in een samenkomst, voorafgaande aan het heilig avondmaal, en met het oog op de viering daarvan, aan zijn leden de gelegenheid geven elkander onderling te vermanen in het bijzonder in verband met de vervulling van hun ambt.
3. Hij bepaalt in zijn regeling van werkzaamheden de wijze van samenroeping van een buitengewone bijeenkomst.

Artikel 42

Het staat aan een kerkeraad vrij de voorbereiding of afdoening van bepaalde zaken in handen te leggen van commissies of van wijkraden; hij zal er echter op toezien, dat aan dergelijke colleges niet het gezag wordt toegekend, hetwelk aan de gehele kerkeraad toekomt.
(Tussen dit en het volgend artikel wordt ruimte gelaten voor een eventueel door een volgende synode vast te stellen artikel, betrekking hebbend op de grotestadskerken).

Artikel 45

1. In belangrijke zaken, die niet vallen onder het opzicht en de tucht over de gemeente, met name in zaken, waarmede het bestaan zelf van de kerk of haar plaats in het kerkverband gemoeid kan zijn, zal de kerkeraad geen besluiten nemen zonder vooraf de gemeente erin gekend en erover gehoord te hebben.
2. Aan een besluit van de kerkeraad over een zaak of zaken, waarmede het bestaan zelf van de kerk of haar plaats in het kerkverband gemoeid kan zijn, zal de kerkeraad geen uitvoering geven, voordat aan de leden der gemeente gedurende de tijd van één maand de gelegenheid is gegeven in appèl te gaan en zolang niet in laatste instantie over het ingestelde appèl uitspraak is gedaan.
(Dit artikel wordt met bijzondere nadruk ter beoordeling voorgelegd aan de kerkelijke vergaderingen, m.n. aan de particuliere synoden).