Hoofdstuk 4
Artikel 111
Wanneer belijdende leden hardnekkig weigeren hun zonden te belijden en na te laten, zullen zij, totdat zij genoegzame blijken van boetvaardigheid geven, door de kerkenraad van het avondmaal afgehouden worden, hetgeen met zich medebrengt, dat de uitoefening van het recht de doopvragen te beantwoorden en aan de verkiezing van ambtsdragers deel te nemen, hun onthouden wordt.