Hoofdstuk 4
Artikel 113
Indien bij een dooplid dan wel bij een belijdend lid een onverschilligheid wordt aangetroffen, die zover gaat dat zich daarin openbaart een volstrekte afwijzing van het evangelie van Jezus Christus zodat met het oefenen van tucht volgens het in de artikelen 109 en 112 bepaalde zelfs geen aanvang kan worden gemaakt, zal de kerkenraad verklaren, dat zo iemand niet meer tot de gemeente van Christus gerekend kan worden.