Artikel 6.
De verkiezing van ouderlingen en diakenen
Verkiesbaarheid
a. De verkiezing van ouderlingen en diakenen geschiedt uit de
stemgerechtigde leden van de (wijk)gemeente.
b. Doopleden kunnen (bij toepassing van ordinantie 3-2-3) eerst
voor verkiezing in aanmerking komen, nadat de kerkenraad zich
ervan vergewist heeft, met inachtneming van ordinantie 9-4-1 en
2, dat zij onder de belijdende leden kunnen worden opgenomen.
c. Slechts per geval en na instemming van de algemene kerkenraad
kan een stemgerechtigd lid van een andere wijkgemeente tot
ouderling of diaken verkozen worden.
d. Slechts per geval en na instemming van het breed moderamen van
de classicale vergadering kan een stemgerechtigd lid van een
andere gemeente tot ouderling of diaken verkozen
worden.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 3-6, besluit generale synode d.d. 23 september 2011, ingegaan 1 januari 2013.