Artikel 16.
De aanvraag van en de vereisten voor de toelating tot een colloquium
Bij de aanvraag moeten worden overgelegd:
a. een verklaring over belijdenis en wandel, afgegeven door de
kerkenraad van de gemeente(n) tot welke de betrokkene als
belijdend lid de afgelopen twee jaar heeft behoord, waarbij de
kleine synode in bijzondere omstandigheden voor elk geval
afzonderlijk de termijn van twee jaar kan verkorten,
b. een bewijs dat met goed gevolg de opleiding tot predikant
respectievelijk tot predikant-geestelijk verzorger is gevolgd aan
de Protestantse Theologische Universiteit,
dan wel een verklaring van het college van bestuur dat voldaan is
aan de vereisten voor het afleggen van het colloquium,
c. een verklaring omtrent de geschiktheid tot het ambt van
predikant, afgegeven door de geschiktheidscommissie,
d. een levensbeschrijving van betrokkene waarin deze met name
roeping en beweegredenen om predikant in de Protestantse Kerk in
Nederland te willen worden, verwoordt, alsmede
e. een preek over een door de aanvrager gekozen Schriftgedeelte,
vergezeld van een orde van de dienst met de daarbij gekozen
Schriftlezing(en) en liederen.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 13-16-2-c en
d, besluit generale synode, d.d. 11 april 2008, ingegaan 1 juli
2008.
Eerdere wijziging kerkorde, ordinantie 13, besluit generale
synode, d.d. 17 november 2006, ingegaan 1 december 2006.