Artikel 15.
Het generale college voor de toelating tot het ambt van predikant
De leden van het generale college worden benoemd door de kleine
synode uit de ambtsdragers van de kerk en wel zo dat er een
nagenoeg gelijk aantal predikanten, ouderlingen en diakenen wordt
benoemd.
De kleine synode stelt, voordat tot benoeming wordt overgegaan,
de classicale vergaderingen en de evangelisch-lutherse synode in
de gelegenheid aanbevelingen in te dienen voor de benoeming van
leden van dit generale college.1
1 Wijziging kerkorde, ordinantie 13-15-2,
besluit generale synode, d.d. 20 april 2012, ingegaan 1 januari
2013.
Eerdere wijziging kerkorde, ordinantie 13-15-2, besluit generale
synode, d.d. 11 april 2008, ingegaan 1 juli 2008:
De leden van het generale college worden benoemd door de kleine
synode uit de ambtsdragers van de kerk en wel zo dat er een
nagenoeg gelijk aantal predikanten, ouderlingen en diakenen
worden benoemd.
De kleine synode stelt, voordat tot benoeming wordt overgegaan,
de algemene classicale vergaderingen en de evangelisch-lutherse
synode in de gelegenheid aanbevelingen in te dienen voor de
benoeming van leden van dit generale college.
Eerdere wijziging, ordinantie 13, besluit generale synode, d.d.
17 november 2006, ingegaan 1 december 2006.