Voor de classikale uitgaven en onderhoud zal uit ’s Rijks kas
eene somma van veertien duizend guldens jaarlijks
worden toegestaan, om door het meergemeld Ministeriëel
Departement onder de classen verdeeld te worden.
Er zullen doelmatige en
algemeen werkende schikkingen gemaakt worden tot bepaling der
uitgaven voor het classikaal bestuur; de meest eenvoudige en
zekerst werkende middelen zullen worden bij de hand genomen, om
in het te kort te voorzien, op eene voor de gemeenten en andere
belanghebbenden min drukkende en zoo veel mogelijk gelijk
werkende wijze.
Ten einde de spoedige
vaststelling der in de voorgaande artikelen omschreven
verordeningen te verzekeren, zullen van de reglementen op de
examina, het godsdienstig onderwijs, de manier van behandeling
der kerkelijke zaken, het kerklijk opzigt en tucht, de
Predikantsberoepingen en de kosten daarop vallende, het Kerkelijk
Bestuur in de gemeenten, en de classikale kosten voor de
bijeenkomst der eerste synodale vergadering, ontwerpen
vervaardigd, en aan de tot het Synode benoemde leden zoo tijdig
mogelijk medegedeeld worden, ten einde daarop vóór het einde
hunner zitting te kunnen besluiten.
Alle de bovengenoemde
reglementen, zullen, nadat dezelve door het Synode zijn bepaald,
aan ’s Konings goedkeuring onderworpen worden.
(Tot amplitatie dezer tweede Afdeeling dient de Instructie voor de Algemeene Synodale Commissie der Nederlandsche Hervormde kerk. Zij zal op dit reglement volgen).