De ambtsdragers zullen de drie Formulieren van Enigheid (te weten: de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus, en de Dordtse Leerregels) ondertekenen als blijk van hun instemming met de leer van de kerk. Indien een ambtsdrager de ondertekening weigert of niet langer voor zijn rekening kan nemen, zal de uitoefening van zijn ambt worden opgeschort tot hij zich nader zal hebben verklaard ten genoegen van zijn kerkeraad. Ook zij die door een regionale vergadering beroepbaar zijn gesteld, of het recht hebben verkregen een opbouwend woord te spreken, zullen door ondertekening van de drie Formulieren van Enigheid in die vergadering hun instemming met de leer van de kerk betuigen.